Logo

Ooggetuigen van de Oorlog in Breukelen

75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er nog steeds ooggetuigen die deze periode hebben meegemaakt. Wij vinden het belangrijk hun verhalen veilig te stellen voor toekomstige generaties. In gesprekken met Teun Mur, die deel uitmaakt van een groep mensen die zeer betrokken is bij het RHCVV, kwam ter sprake dat in Breukelen nog veel verhalen leven die nog niet zijn vastgelegd voor later. In nauw overleg is toen door Teun een groep van eenentwintig Breukelaars bijeengebracht en hebben zij hun verhaal bij ons laten vastleggen op film door Robbert Oelp.

Eind 2019 was de eerste bijeenkomst in het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen. De onderwerpen waarover gesproken werd hadden allemaal een directe link met Breukelen: Duitsers in Breukelen, het verzet, de voedselvoorziening, transport en alle problemen daaromtrent, bombardementen en natuurlijk de bevrijding. Ondertussen waren bij de gesprekken ook vertegenwoordigers van de Historische Kring Breukelen aangeschoven. Zij waren bezig met voorbereidingen voor hun jubileumnummer en konden op deze manier hun eerste voorwerk verrichten.

Het begon voorzichtig, maar al snel bleek dat de deelnemers veel met elkaar gemeen hadden en ze begonnen elkaars verhalen aan te vullen. Nieuwe herinneringen kwamen boven dankzij herinneringen van anderen. Er werd geluisterd, gediscussieerd, gelachen en ook een traantje weggepinkt. Aan het einde van de ochtend waren ze nog lang niet uitgepraat en in januari 2020 vond een tweede bijeenkomst plaats. Inmiddels was het duidelijk dat deze verhalen uniek zijn voor het dorp, maar ook herkenbaar zijn voor anderen en spreken tot de verbeelding van nieuwe generaties. Het idee ontstond daarom om een bijeenkomst te organiseren in mei 2020 om deze verhalen te vertellen aan publiek, waarbij het publiek in gelegenheid gesteld zou worden vragen te stellen. Door de coronamaatregelen is deze bijeenkomst opgeschoven naar een later moment dit jaar. Zodra er meer bekend is hoe deze bijeenkomst er uit zal zien en wanneer hij plaatsvindt, dan kondigen we het aan op onze website en in onze nieuwsbrief. De avond wordt georganiseerd met meerdere partners, waaronder de Pauluskerk en de Historische Kring Breukelen.

Oud-Breukelaars
De groep van 21 Breukelaars (niet allemaal op deze foto); Dhr. H. Boele, Mevr. C. Janzen-Roskam, Dhr. C. Pleijster, Dhr. J. Van Peer, Dhr. J. Schouten, Mevr. W. Hollemans-Sterken, Dhr. C. Stekelenburg, Dhr. M. Verkuil, Dhr. W. Verkuil, Dhr. J. Masmeijer, Dhr. J. van den Hoven, Dhr. H. de Jager, Dhr. T. Mur, Dhr. P. Burggraaf, Dhr. J. Bijlenga, Dhr. A. van Kouterik, Mevr. Touwen - van Doornik, Mevr. M. van Dijk, Dhr. J. Voorend, Dhr. R. Scargo, Mevr. B. Jansen-Kraaipoel

Het RHCVV hoopt met het vastleggen van deze verhalen bij te kunnen dragen aan het bewaren van ooggetuigenverslagen. Wij hopen ook úw verhaal te mogen horen en bewaren. Kunt u niet wachten op de bijeenkomst om deze aan ons te vertellen? U kunt ze ons altijd toesturen via post of e-mail. 
Adres: Postbus 120, 3620 AC Breukelen
Emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 5

Ontwaken uit het bevrijdingsfeest

Onze tentoonstelling bevat de verhalen van de vier verschillende gemeenten (De Bilt, De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Weesp) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al deze lokale verhalen zijn in te passen in de algemene geschiedenis van de oorlog in Nederland. Daarom zou je voorzichtig kunnen stellen dat deze gebeurtenissen de geschiedenis van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog op microniveau vertellen.

Bevrijdingsfoto’s zijn vaak foto’s van jonge mensen die al zittend op tanks tussen de soldaten lachend in de camera kijken (zie afbeelding 1). Dergelijke foto’s staan over het algemeen symbool voor de bevrijding, die voor het grootste deel van de bevolking een feestelijke gebeurtenis was. Er zijn echter ook veel foto’s van de bevrijding waar verdriet of wraak te zien is. Foto’s van vrouwen die werden kaalgeschoren, omdat ze tijdens de oorlog een relatie aangingen met Duitse soldaten, zijn hier een duidelijk voorbeeld van. De regering had in Londen maatregelen genomen om dit soort situaties, het spelen van eigen rechter, na de bevrijding tegen te gaan. Met die maatregelen werd de basis gelegd voor de zuivering; het straffen van collaborateurs en NSB’ers.

Al in 1943 had de Nederlandse regering in Londen besloten dat Nederlanders die tijdens de oorlog ‘fout’ waren geweest, na de bevrijding zwaar moesten worden gestraft. De regering hoopte op die manier te voorkomen dat Nederlanders het heft in eigen handen zouden nemen, de foto’s van het kaalscheren van vrouwen laten zien dat dit niet overal is gelukt. Tevens moesten ook alle lagen van de overheidsorganisaties worden gezuiverd van ‘foute’ Nederlanders (zie afbeelding 2). Met het Zuiveringsbesluit van 1944 werd dit wettelijk vastgelegd.1 Deze maatregelen van de landelijke overheid drongen ook door tot de dorpen in onze regio.

Digitale tentoonstelling dag 5 - Bevrijdingsfeest 1
Afbeelding 1. Bevrijding in Breukelen. 7. RHCVV, fotocollectie Kockengen.

Direct na de bevrijding werden veel politieke medestanders van de Duitse bezetter opgepakt en vastgezet, vaak vanwege het feit dat ze lid van de NSB waren.2 Met name het gedrag van agenten werd grondig onderzocht, aangezien de politie tijdens de bezetting veelal met de Duitsers had samengewerkt. Zo werd in Vreeland een marechaussee (militair politieagent) opgepakt, omdat hij lid was van de NSB. Het gevolg hiervan was dat Vreeland in ieder geval vanaf 26 mei 1945 onvoldoende politietoezicht had. De burgemeester van het dorp schreef hiertoe de commandant van de Marechaussee aan, met het verzoek om extra politietoezicht in zijn dorp. In eerste instantie kwam er slechts een hulpmarechaussee, hetgeen volgens de burgemeester onvoldoende was, helemaal omdat hij ervan uitging dat de voormalige marechaussee ‘zijn functie in deze gemeente nimmer meer zal vervullen’.3

Geleidelijk aan werd ook het gedrag van personeelsleden van de gemeentelijke overheid nauwkeurig onderzocht. In iedere gemeente kreeg de burgemeester opdracht om een volledige lijst samen te stellen van het personeel van de desbetreffende gemeente. Daarnaast moesten de burgemeesters ook de eventueel ontvangen klachten doorgeven die zij over hun personeel hadden binnengekregen. De burgemeester van Tienhoven kreeg geen enkele klacht binnen.4 Dit in tegenstelling tot de burgemeester van Kockengen. Ook hij had het bericht ontvangen waarin hem werd gevraagd naar het gedrag van het gemeentepersoneel tijdens de oorlog. De burgemeester liet weten dat een schout van het waterschap, tegenwoordig dijkgraaf genoemd, weliswaar geen lid van de NSB was geweest, maar hij had wel veel sympathie voor die beweging gehad en bovendien was hij sterk Duitsgezind. Daarnaast verkocht hij zijn zuivelproducten, hij was namelijk veehouder, voor heel hoge prijzen (ook aan Duitsers), terwijl de armen in de gemeenten nauwelijks voedsel konden verkrijgen. De burgemeester van Kockengen had dan ook enig bezwaar tegen zijn gedrag. Hoewel het onduidelijk is of deze schout wel of niet is opgepakt, is het geen uitzondering dat zijn gedrag als bezwaarlijk werd bestempeld. Niet alleen het feit dat hij sympathie gehad zou hebben voor de NSB woog zwaar. vooral het feit dat hij gebruik maakte van de schaarste om veel geld te verdienen aan zijn goederen, terwijl zijn dorpsgenoten te weinig voedsel hadden, was bezwaarlijk.5

Het oorspronkelijke plan was dat de zuivering op 1 januari 1946 zou zijn voltooid. In de praktijk stopte men hier per 1 januari 1949 met de mee, omdat de minister van Financiën hier geen geld meer aan uit wilde geven. Achteraf is er veel kritiek geweest op de zuivering, zo zou er in het begin te zwaar zijn gestraft en duurde de zuivering te lang. ‘Vriendjespolitiek’ was tot slot ook een veel gehoord kritiekpunt. Vanwege de juiste contacten zouden heel wat verdachten zijn vrijgesproken.6

 Digitale tentoonstelling dag 5 - Bevrijdingsfeest 2a
Afbeelding 2. Affiche met militaire bekendmaking. RHCVV, gemeentearchief Loenen 1944 – 1964, inventarisnummer 229.

1. Nationaal Archief, ‘Geschiedenis van de zuivering van ambtenaren en de rechterlijke macht’: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.09.68?anchor=descgrp-context-bioghist&open=c01%3A0. (01-05-2020).
2. Joop Bouma, ‘Mensenrechten geschonden bij naoorlogse zuivering’, Trouw, 29 december 2009.
3. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Gemeentearchief Vreeland 1574 – 1964, inventarisnummer 830.
4. RHCVV, Gemeentearchief Tienhoven 1650-1957, inventarisnummer 879.
5. RHCVV, Gemeentearchief Kockengen 1811 – 1988, inventarisnummer 656.
6. Nationaal Archief, ‘Geschiedenis van de zuivering van ambtenaren en de rechterlijke macht’: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.09.68?anchor=descgrp-context-bioghist&open=c01%3A0. (01-05-2020).

75 Jaar Vrijheid in de Groene Venen

De tentoonstelling '75 Jaar Vrijheid' die het RHCVV in samenwerking met het Poldermuseum in Waverveen maakte, is voorlopig nog gesloten voor publiek. Ook de tentoonstelling in d'Werkplaats in Vinkeveen is helaas gesloten. Daarom is er door het RHCVV, Het Poldermuseum en d'Werkplaats gewerkt aan een tentoonstelling in artikelen. De afgelopen drie weken heeft De Groene Venen steeds twee pagina's gewijd aan de verhalen. Mocht u het gemist hebben, of misschien niet in de gemeente De Ronde Venen wonen? Hieronder zijn de drie pagina's te zien en te lezen.

Deel 1

Deel 2

Deel 3

vrijheid - de groene venen

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 4

Het 'Beertje' van Weesp

Dat het archief zich uitstekend leent voor het vertellen van verhalen, is u tijdens het lezen van de vorige drie artikelen van onze online-tentoonstelling wellicht al opgevallen. Soms ontroerend of hilarisch, een andere keer heftig, maar altijd gebaseerd op de feiten zoals die in het archief te vinden zijn. Zo ook het verhaal van Weesper journalist ‘Beertje’ Wijnand.

Een van de beruchtste collaborateurs in Weesp was Johan Christiaan ‘Beertje’ Wijnand. (Zie afbeelding 1.) Wijnand was journalist bij de Weesper Courant en voerde daar de hoofdredactie. Hij woonde jarenlang met zijn vrouw en twee zoons aan de Stationsweg 3, destijds nog Muider Binnenweg geheten. Al voor de oorlog stond hij bekend als onvriendelijke man en geboren manipulator. Hij manipuleerde winkeliers om in de krant te adverteren en zelfs burgemeester Dotinga schijnt bevreesd te zijn geweest voor zijn scherpe pen.1 Vanwege zijn gedrag, gedrongen postuur en parmantige houding kreeg hij de bijnaam ‘Beer’, wat spottend ook wel ‘Beertje’ werd. Wijnand ontpopte zich in de oorlog in zijn geschreven stukken als een uiterst overtuigd antisemiet, die naast zijn werk voor de lokale krant ook in nationaal-socialistische blaadjes als De Misthoorn schreef. In het bijzonder voerde hij een persoonlijke lokale kruistocht tegen de leraar aan de lagere school, Arend Bouhuys. Deze had zich op school meermalen anti-Duits uitgelaten en weigerde de Joodse mensen in de stad als tweederangs burgers te behandelen. Toen de Jodenster werd ingevoerd, sprak Bouhuys zich hiertegen uit tegenover zijn leerlingen. Hij zou een ster meegenomen hebben naar de klas om die aan zijn leerlingen te laten zien en gaf aan dat ze het als een eerbewijs moesten zien. Dragers ervan zouden door zijn leerlingen beleefd gegroet moeten worden. Via een van de leerlingen van wie de vader NSB-er was en die het thuis vertelde, kwam het verhaal Wijnand ter ore. Dat was aanleiding om een offensief in de krant tegen de leraar te beginnen. Wijnand noemde hem in een artikel vanwege zijn houding tegenover de Joodse inwoners een ‘christelijke jodenslaaf’ en er verschenen stukken over Bouhuys met titels als ‘Geen demonstratieve jodenknechtschap voor de klas’.2

Digitale tentoonstelling dag 4 - Pestilentie 1
Afbeelding 1. Het echtpaar Wijnand-Witveld, Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Gemeentelijk archief Weesp 200-10, Fotocollectie gemeentearchief Weesp, GAWfoto10225.

Toen in april 1942 de Joodse inwoners van Weesp naar Amsterdam vertrokken om daar verplicht te gaan wonen, was Arend Bouhuys met zijn zoon Daan de enige die hen uitgeleide deed. Daan zou daar later over zeggen: 'Het afscheid van de Weesper joden, van wie hij sommigen goed en al heel lang kende, greep mijn vader erg aan. Hij stond te huilen op het perron. We hebben de ons bekende families een hand gegeven en gewacht totdat de trein vertrokken was. Dat was de laatste keer dat we ze hebben gezien.' Toen Wijnand van dit voorval later in De Misthoorn verslag deed voerde hij Bouhuys op als een ‘als heer gekleed persoon, die als een kind stond te grienen.’ Deze gebeurtenis was er de aanleiding van dat Bouhuys ontslagen werd. Eerder al hadden diverse ouders hun beklag gedaan bij de schoolleiding dat de anti-Duitse Bouhuys van school verwijderd diende te worden.

Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944, vluchtte Wijnand zoals veel NSB-ers naar Duitsland. Hij kwam terecht in Verden am Aller, bij Hannover. Zijn zoons waren al eerder naar Duitsland vertrokken, een van hen had dienstgenomen bij de Waffen-SS om aan het Oostfront voor de nazi’s te vechten. In Duitsland raakte Wijnand betrokken bij het nazistische blad ‘Het Volk’, waarvoor hij ook zou gaan schrijven. Na de oorlog zou ‘Beertje’ zijn straf niet ontlopen, al bleek zijn straf zoals bij zovele nazisympathisanten relatief laag. Na de bevrijding doorzocht de Weesper politie Wijnands verlaten woning, daarin trof men niets belastends aan. Wel plaatste een onbekende een bord achter een van de ramen waarin Wijnands gedrag tijdens de oorlog aan de kaak werd gesteld. (Zie afbeelding 2.)

Kort na de oorlog werd Wijnand gearresteerd in Groningen. Hij werd overgebracht naar een politiecel in Weesp en vandaar werd hij lopend naar het barakkenkamp De Roskam gebracht dat destijds aan het Buitenveer lag. Tijdens deze korte wandeling, nog geen 10 minuten, stopte iemand Wijnand in de Slijkstraat een stak hem een grote speelgoedbeer onder de arm. Hiermee werd 'Beertje' publiekelijk belachelijk gemaakt. In 1947 zou hij uiteindelijk veroordeeld worden tot twee jaar en drie maanden celstraf, met aftrek van voorarrest. Hij zat toen overigens al bijna twee jaar vast en was al 72 jaar. Daarnaast verloor hij zijn stemrecht en het recht een openbaar ambt uit te oefenen. Tevens bepaalde de Commissie voor de Perszuivering dat Wijnand tien jaar niet meer voor dagbladondernemingen mocht werken. Daartegen ging hij in beroep en dit vonnis werd uiteindelijk nietig verklaard. Het vreemde is dat de commissie in de motivatie voor de nietigverklaring enkel Wijnands werk voor reguliere dag- en weekbladen aanhaalt, maar niet antisemitische schrijverij in De Misthoorn.3 De ‘Beer’ van Weesp zou uiteindelijk in 1958 overlijden.

Digitale tentoonstelling dag 4 - Pestilentie 2
Afbeelding 2. Het bord achter het raam van de woning van Wijnand, met linksonder een pasfoto van hem, RHCVV, Gemeentelijk archief Weesp 208.

1. D. van Zomeren, ‘Beertje’ Wijnand na de oorlog veroordeeld om zijn pro-Duitse houding en daden’, Weespernieuws 4 mei 2011, p. 22-23.
2. D. van Zomeren, Weesp in oorlogstijd. Een kroniek over Weesp in de periode 1934-1948 (Weesp 2012).
3. D. van Zomeren, Johan Christiaan Wijnand (1875 - 1958). Journalist te Weesp (Weesp 2012).

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 3

De Bilt en Bilthoven beklad

In het vorige artikel van deze serie werd al kort aangegeven dat een dagboek een bron is die erg voor zich spreekt. Door het lezen van een dagboek uit bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog, krijgt men namelijk al snel een duidelijk beeld van hoe het leven er voor die persoon uitzag. Dagboeken zijn vaak niet geschreven voor publicatie, maar puur voor persoonlijke doeleinden. Juist daardoor bevatten deze bronnen vaak waardevolle historische informatie, zo ook het dagboek van mevrouw Van Bodegraven uit De Bilt. In haar dagboek schrijft zij meerdere keren over de slogan ‘V = Victorie’.

Het begon nog redelijk onschuldig. In het voorjaar van 1941 riep premier Winston Churchill van Groot-Brittannië op om de letter V for Victory op muren te kalken als protest tegen de Duitse bezetting. Vanwege het succes van deze actie kwam Joseph Goebbels, de Duitse minister van Volksvoorlichting en Propaganda, met een tegenactie. Hij bedacht de slogan 'V = victorie, want Duitschland wint voor Europa op alle fronten!'. Op 18 juli 1941, precies om middernacht, ging de Duitse actie van start. Nederland werd overspoeld met posters, spandoeken en banieren waar deze leus opstond. In De Bilt vond de actie een nacht later plaats.

Mevrouw Van Bodegraven van de boekhandel annex drukkerij op Dorpsstraat vanouds Steenstraat nr. 33, schrijft in haar dagboek op 20 juli: “Vannacht schijnt alles druk in de weer geweest te zijn met V en VV overal op de weg te verspreiden en op alles waar maar met krijt op geteekend kon worden. Ook zijn alle wegen met opschriften V en VV’s beklad. Wat het beteekend weet je zeker wel, zoo niet dan zal ik het je wel vertellen, als het zoover is, als je dit te leezen krijgt. Vanmiddag zijn Pa en ik naar Driebergen geweest. [..] Ook daar was alles vol V en VV’s.”1
De letters VV die nacht verwezen waarschijnlijk naar het W-teken van de Wehrmacht. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie heeft namelijk een pamflet in zijn collectie met de volgende tekst: ‘V = Victorie, W = Weermacht van Duitschland die strijdt voor een vrij Europa!’.2

Het bleef niet bij deze ene keer. Op 30 juli vertelde de eerste klant in de winkel van die morgen “dat onze straat voor het huis zoo mooi beschilderd was. De werkloze NSB club had met grote witte letters er op gezet V=Victori op het Bolsjewisme. Zoo heeft elke straat waar gelegenheid was een ander opschrift met grote witte letters van verf. Wij zullen het maar als reclame nemen. Onwillekeurig zeggen ze: je moet eens gaan kijken bij Van Bodegraven. Wat toch minderwaardig hè.”3

 50-fotos-6
Afbeelding 1: Het opschrift voor het huis van de familie Cats, RHCVV, fotocollectie gemeente De Bilt.

In de Sweelincklaan 89 ontaardde de V-actie een maand later in regelrechte intimidatie van de Joodse bewoners. Voor de woning van de familie Cats werden de letters V.V.V.V.J. op straat gekalkt vergezeld van een groot nazisymbool, het hakenkruis. De precieze betekenis wordt niet vermeld, maar vermoed wordt dat het iets in de trant van Vieze, Vuile, Vervloekte, Verrotte Jood betekende.4 (Zie afbeelding 1).

In de dagrapporten van de Biltse gemeentepolitie waren het de anti-Duitse sentimenten die gerapporteerd werden. Hierin werd gemeld dat er opschriften tegen Hitler en de nazi’s waren geplaatst en dat er actie was ondernomen om deze zo spoedig mogelijk te verwijderen. Eén tekst op de Nicolaïlaan in Bilthoven in de nacht van 28 op 29 juli ging de politie echter te ver: “Eén Jood en een luis, is de pest in je huis.” Daaronder stond een tekening van “een hoofd van een manspersoon aangebracht, zijnde een uitgesproken jodentype. Mogelijk kan dit ongeoorloofde opschrift van gemeentewege worden verwijderd”.5 (Zie afbeelding 2.)

De overige acties tegen Joden werden niet genoemd. Want, zo vermeldden de nachtrapporten van De Bilt en Bilthoven d.d. 30 op 31 augustus: “Het is aan de leden van de NSB en de W.A. toegestaan om zich tusschen 0.00 en 4.00 uur op straat te bevinden om leuzen aan te plakken”.6 (Zie afbeelding 2.)
Dit benadrukt maar weer eens dat dagboeken van historische waarde zijn en laten zien hoe individuen bepaalde perioden of gebeurtenissen ervoeren.

 Digitale tentoonstelling dag 3 - Beklad in de Bilt 3 a
Afbeelding 2. Nachtrapport De Bilt van 30 op 31 augustus 1941, RHCVV, Gemeentelijk archief De Bilt, dagrapporten gemeentepolitie De Bilt, inventarisnummer 282, 30 en 31 augustus 1941.

1. Historische Kring D’Oude School, De Bilt, oorlogsdagboek van mevrouw Van Bodegraven.
2. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, ‘V = Victorie want de Duitsche Weermacht wint voor Europa!’: https://geheugen.delpher.nl/en/geheugen/view?identifier=EVDO02%3ANIOD07_0507 (22-04-2020).
3. Historische Kring D’Oude School, oorlogsdagboek van mevrouw Van Bodegraven.
4. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, fotocollectie gemeente De Bilt.
5. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Gemeentelijk archief De Bilt, dagrapporten gemeentepolitie De Bilt, inventarisnummer 282, 28 en 29 juli 1941.
6. RHCVV, Gemeentelijk archief De Bilt, dagrapporten gemeentepolitie De Bilt, inventarisnummer 282, 30 en 31 augustus 1941.