Logo

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 7

Het dagelijkse leven bij het gezin Heeringa

Op 15 mei 1940 viel Nederland officieel in Duitse handen. Hoewel dit een ingrijpende verandering was, probeerden de meeste Nederlanders hun normale leven zo goed en kwaad als dat ging, voort te zetten. Zo ook het echtpaar Heeringa uit Bilthoven. Uit de bewaarde briefwisseling met hun zoon Dirk valt op te maken dat voor hen het leven, net als dat van de meeste Nederlanders, in eerste instantie niet zo drastisch veranderde. Maar naarmate de oorlog vorderde veranderde het dagelijks leven en werden problemen als voedsel- en textieltekorten steeds meer merkbaar.

Klaas Heeringa trad in 1921 in dienst bij het Rijksarchief in de provincie Utrecht (zie afbeelding 1).1 Als rijksarchivaris volgde hij de befaamde Samuel Muller op, die wordt gezien als een van de grondleggers van de archiefwetenschap in Nederland. Heeringa was al sinds 1900 archivaris. Eerst in Schiedam en vervolgens vanaf 1911 te Middelburg als rijksarchivaris van Zeeland. Tien jaar later was hij dus rijksarchivaris te Utrecht, waar hij bleef werken tot zijn pensioen in 1933.
Zijn laatste levensjaren bracht Heeringa door in Bilthoven. In 1935 verhuisde hij met zijn echtgenote en hun zoon Dirk naar de Soestdijkseweg nr. 389. Dirk was toen bezig met zijn opleiding tot arts en verliet in 1936 de ouderlijke woning om zich als huisarts te vestigen in Slikkerveer, een dorp in de buurt van Rotterdam. Dirk onderhield met zijn ouders een intensieve briefwisseling. De brieven die Heeringa en zijn vrouw aan hun zoon geschreven hebben, zijn een aantal jaren geleden geschonken aan het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen door een kleinzoon van de oud-rijksarchivaris.2

Digitale tentoonstelling dag 7 - Het dagelijks leven bij de fam Heeringa 1
Afbeelding 1. Portret van Klaas Heeringa, rijksarchivaris.

De briefwisseling die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond, begon op 18 oktober 1940 en eindigde in oktober 1943. Moeder Heeringa schreef veelal over huiselijk beslommeringen, contacten met vrienden en familie en de gezondheid van hen beiden. Deze onderwerpen kwamen ook vaak aan de orde bij vader Heeringa, maar daarnaast werden er ook regelmatig nieuwtjes en geruchten over de oorlog uitgewisseld. De nieuwtjes waren voor een groot deel eigen ervaringen die hij opdeed tijdens zijn wandelingen of die in en rond de omgeving van het huis gebeurden. Ontploffingen, bombardementen en toename van het treinverkeer door het afvoeren van allerhande goederen richting Duitsland (zie afbeelding 2).3 De verhuizing van de Duitse generale staf in juni 1942 naar Bilthoven had veel bouwactiviteit tot gevolg en zorgde voor veel onrust en spanning bij het echtpaar Heeringa en hun vrienden. Er was namelijk sprake van de inbeslagname van vele woningen en verplichte inkwartiering.

Een rode draad door de brieven was het (tijdelijke) gebrek aan bepaalde levensmiddelen en brandstof. Dit begon al vroeg in de oorlog. Op 7 februari 1941 wordt geklaagd dat er soms een gebrek is aan melk. Eind maart waren koffie en thee niet meer te krijgen, brandstof was toen nog wel voldoende verkrijgbaar. Naarmate de winter naderde, werden brandstoffen en voedsel steeds schaarser. Hoewel rond de jaarwisseling 1941-1942 de overtuiging groeide dat het snel afgelopen zou zijn met de oorlog, namen de zorgen over eten toe. Eieren en boter van een broer van Heeringa uit het oosten van het land waren een welkome aanvulling. Brandstof in de vorm van gascokes, gas dat van verontreinigingen was ontdaan in de vorm van grove brokken, werd op 12 januari 1942 met veel vreugde verwelkomd. Door de toenemende voedsel- en brandstofschaarste werd door echtpaar Heeringa besloten om kleiner te gaan wonen, om zodoende beter in staat te zijn het huis te verwarmen. Ze verhuisden naar de Sweelincklaan 16, waar de grotere tuin de mogelijkheid bood om zelf groenten te verbouwen. Het aanleveren van goederen via het spoor stagneerde.

Hoewel het echtpaar Heeringa voornamelijk over hun eigen beslommeringen schreef, valt tussen de regels door te lezen dat net als in de rest van Nederland, ook in Bilthoven de Joodse mensen werden vervolgd. Ook hier stonden er borden met daarop ‘Joden niet gewenscht’ en werd de bewegingsvrijheid van Joodse mensen ingeperkt.4 Dat de vervolging in de loop der jaren toenam, is ook te lezen in de brieven van meneer Heeringa. Op 15 januari 1942 schreef de rijksarchivaris: ‘Moeder kwam dan terug met berichten over jodenmishandelingen, die inderdaad ten hemel schreien’.5

De laatste brief dateert van 30 november 1943. Het is onduidelijk waarom de briefwisseling stopte. Misschien zijn er brieven verloren gegaan of ging de gezondheid van de rijksarchivaris zo sterk achteruit, dat hij geen brieven meer kon schrijven. We weten het helaas niet. Heeringa overleed op 23 december 1944.

Digitale tentoonstelling dag 7 - Het dagelijks leven bij de fam Heeringa 2
Afbeelding 2. Fragment uit de brief van 22 januari 1943.

1. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen. Toegang 1357: Dr. K Heeringa, rijksarchivaris te Utrecht, De Bilt, beeldcollectie.
2. RHCVV, Heeringa, rijksarchivaris te Utrecht, De Bilt.
3. RHCVV, Heeringa, rijksarchivaris te Utrecht, De Bilt, 22 januari 1943.
4. RHCVV, Heeringa, rijksarchivaris te Utrecht, De Bilt, 25 december 1941.
5. RHCVV, Heeringa, rijksarchivaris te Utrecht, De Bilt, 15 januari 1942.