Logo

Online-tentoonstelling 75 Jaar Vrijheid - dag 5

Ontwaken uit het bevrijdingsfeest

Onze tentoonstelling bevat de verhalen van de vier verschillende gemeenten (De Bilt, De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Weesp) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Al deze lokale verhalen zijn in te passen in de algemene geschiedenis van de oorlog in Nederland. Daarom zou je voorzichtig kunnen stellen dat deze gebeurtenissen de geschiedenis van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog op microniveau vertellen.

Bevrijdingsfoto’s zijn vaak foto’s van jonge mensen die al zittend op tanks tussen de soldaten lachend in de camera kijken (zie afbeelding 1). Dergelijke foto’s staan over het algemeen symbool voor de bevrijding, die voor het grootste deel van de bevolking een feestelijke gebeurtenis was. Er zijn echter ook veel foto’s van de bevrijding waar verdriet of wraak te zien is. Foto’s van vrouwen die werden kaalgeschoren, omdat ze tijdens de oorlog een relatie aangingen met Duitse soldaten, zijn hier een duidelijk voorbeeld van. De regering had in Londen maatregelen genomen om dit soort situaties, het spelen van eigen rechter, na de bevrijding tegen te gaan. Met die maatregelen werd de basis gelegd voor de zuivering; het straffen van collaborateurs en NSB’ers.

Al in 1943 had de Nederlandse regering in Londen besloten dat Nederlanders die tijdens de oorlog ‘fout’ waren geweest, na de bevrijding zwaar moesten worden gestraft. De regering hoopte op die manier te voorkomen dat Nederlanders het heft in eigen handen zouden nemen, de foto’s van het kaalscheren van vrouwen laten zien dat dit niet overal is gelukt. Tevens moesten ook alle lagen van de overheidsorganisaties worden gezuiverd van ‘foute’ Nederlanders (zie afbeelding 2). Met het Zuiveringsbesluit van 1944 werd dit wettelijk vastgelegd.1 Deze maatregelen van de landelijke overheid drongen ook door tot de dorpen in onze regio.

Digitale tentoonstelling dag 5 - Bevrijdingsfeest 1
Afbeelding 1. Bevrijding in Breukelen. 7. RHCVV, fotocollectie Kockengen.

Direct na de bevrijding werden veel politieke medestanders van de Duitse bezetter opgepakt en vastgezet, vaak vanwege het feit dat ze lid van de NSB waren.2 Met name het gedrag van agenten werd grondig onderzocht, aangezien de politie tijdens de bezetting veelal met de Duitsers had samengewerkt. Zo werd in Vreeland een marechaussee (militair politieagent) opgepakt, omdat hij lid was van de NSB. Het gevolg hiervan was dat Vreeland in ieder geval vanaf 26 mei 1945 onvoldoende politietoezicht had. De burgemeester van het dorp schreef hiertoe de commandant van de Marechaussee aan, met het verzoek om extra politietoezicht in zijn dorp. In eerste instantie kwam er slechts een hulpmarechaussee, hetgeen volgens de burgemeester onvoldoende was, helemaal omdat hij ervan uitging dat de voormalige marechaussee ‘zijn functie in deze gemeente nimmer meer zal vervullen’.3

Geleidelijk aan werd ook het gedrag van personeelsleden van de gemeentelijke overheid nauwkeurig onderzocht. In iedere gemeente kreeg de burgemeester opdracht om een volledige lijst samen te stellen van het personeel van de desbetreffende gemeente. Daarnaast moesten de burgemeesters ook de eventueel ontvangen klachten doorgeven die zij over hun personeel hadden binnengekregen. De burgemeester van Tienhoven kreeg geen enkele klacht binnen.4 Dit in tegenstelling tot de burgemeester van Kockengen. Ook hij had het bericht ontvangen waarin hem werd gevraagd naar het gedrag van het gemeentepersoneel tijdens de oorlog. De burgemeester liet weten dat een schout van het waterschap, tegenwoordig dijkgraaf genoemd, weliswaar geen lid van de NSB was geweest, maar hij had wel veel sympathie voor die beweging gehad en bovendien was hij sterk Duitsgezind. Daarnaast verkocht hij zijn zuivelproducten, hij was namelijk veehouder, voor heel hoge prijzen (ook aan Duitsers), terwijl de armen in de gemeenten nauwelijks voedsel konden verkrijgen. De burgemeester van Kockengen had dan ook enig bezwaar tegen zijn gedrag. Hoewel het onduidelijk is of deze schout wel of niet is opgepakt, is het geen uitzondering dat zijn gedrag als bezwaarlijk werd bestempeld. Niet alleen het feit dat hij sympathie gehad zou hebben voor de NSB woog zwaar. vooral het feit dat hij gebruik maakte van de schaarste om veel geld te verdienen aan zijn goederen, terwijl zijn dorpsgenoten te weinig voedsel hadden, was bezwaarlijk.5

Het oorspronkelijke plan was dat de zuivering op 1 januari 1946 zou zijn voltooid. In de praktijk stopte men hier per 1 januari 1949 met de mee, omdat de minister van Financiën hier geen geld meer aan uit wilde geven. Achteraf is er veel kritiek geweest op de zuivering, zo zou er in het begin te zwaar zijn gestraft en duurde de zuivering te lang. ‘Vriendjespolitiek’ was tot slot ook een veel gehoord kritiekpunt. Vanwege de juiste contacten zouden heel wat verdachten zijn vrijgesproken.6

 Digitale tentoonstelling dag 5 - Bevrijdingsfeest 2a
Afbeelding 2. Affiche met militaire bekendmaking. RHCVV, gemeentearchief Loenen 1944 – 1964, inventarisnummer 229.

1. Nationaal Archief, ‘Geschiedenis van de zuivering van ambtenaren en de rechterlijke macht’: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.09.68?anchor=descgrp-context-bioghist&open=c01%3A0. (01-05-2020).
2. Joop Bouma, ‘Mensenrechten geschonden bij naoorlogse zuivering’, Trouw, 29 december 2009.
3. Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Gemeentearchief Vreeland 1574 – 1964, inventarisnummer 830.
4. RHCVV, Gemeentearchief Tienhoven 1650-1957, inventarisnummer 879.
5. RHCVV, Gemeentearchief Kockengen 1811 – 1988, inventarisnummer 656.
6. Nationaal Archief, ‘Geschiedenis van de zuivering van ambtenaren en de rechterlijke macht’: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.09.68?anchor=descgrp-context-bioghist&open=c01%3A0. (01-05-2020).