Logo

Opstand in de Nieuwstraat (De Bilt)

Stuk De Bilt 300 dpi

Foto: Ad Kon

De Nieuwstraat werd rond 1900 aangelegd en was van oudsher een straat met veel bedrijvigheid: arbeiderswoningen, veel kleine bedrijfjes en enkele grote zoals de Melkcentrale en het gasbedrijf met twee grote gascontainers. Parallel aan de Nieuwstraat liep de Hessenweg. Deze straat was begin jaren zestig door de gemeenteraad tot hoofdwinkelcentrum aangewezen. Voor het naastliggende gebied, de Nieuwstraat en omliggende straten, werd een toekomstvisie ontwikkeld. Een onderzoek in opdracht van de gemeente had uitgewezen dat veel woningen in slechte staat verkeerden. Vooral de woningen die via de verhuur aangeboden werden, waren slecht onderhouden. De huurprijzen waren dan ook laag. Slechts enkele guldens per week.

Voor het college van Burgemeester en Wethouders waren twee zaken van belang: parkeerplaatsen voor het winkelend publiek van de Hessenweg en voldoende klanten, ook in de directe omgeving. In de Nieuwstraat en omgeving had men juist een afname van het aantal bewoners geconstateerd en een toename van bedrijfjes ten koste van bestaande woningen. Om de bevolking weer te laten groeien, wilde men 160 bestaande woningen afbreken en vervangen door nieuwbouw. De stedenbouwkundige ir. Vink ontwierp in 1968 een plan met voornamelijk hoogbouw, maar dit plan was na in een informele raadsvergadering terzijde gelegd. In een nieuw bestemmingsplan bleef de hogere bebouwing beperkt tot de Burgemeester de Withstraat (het deel tussen de Jasmijnstraat en de Nieuwstraat). De woningen aan weerszijden van de Nieuwstraat en een deel van de woonblokken aan de kop van de Torenstraat wilde de gemeente vervangen. Opvallend was dat zowel de Torenstraat als de Nieuwstraat in dit plan niet meer zouden uitkomen op de Burgemeester de Withstraat.

Bestaande bedrijfjes moesten verhuizen, bij voorkeur naar de nieuwbouw aan de Burgemeester de Withstraat. Daarbij wilde men ook ruimte geven aan het autoverkeer, want de oude smalle straten waren niet toegerust voor het toenemend aantal auto's. Er moesten dus bredere straten komen en meer parkeergelegenheid voor de bewoners worden gecreëerd. Voor bezoekers van de Hessenweg werd een parkeerterrein voor 130 auto's gepland. Het braakliggende terrein aan de Tuinstraat viel buiten het plan.

Het was niet de eerste keer dat de gemeente een hele wijk had opgedoekt (of gesaneerd, zoals men het liever noemde). Tussen 1968 en 1971 waren 47 gezinnen vanuit het Jodendom in Bilthoven naar elders verhuisd (voornamelijk De Leijen) en de gemeente meende voldoende ervaring te hebben om ook de bewoners van de Nieuwstraat e.o. van dienst te zijn door het toewijzen van bestaande woningen in lagere huurklassen, het bouwen van goedkopere woningen en het verlenen van huursubsidies.

Wat de gemeente zich toen onvoldoende realiseerde, was dat de meeste woningen in het Jodendom gemeente-eigendom waren en een groot deel van de particuliere woningen al jaren onbewoonbaar was verklaard. In de Nieuwstraat waren de woningen eigendom van particulieren. Sinds de jaren zestig was de gemeente al bezig met het opkopen van deze woningen, maar het actiecomité vreesde terecht dat het nog jaren kon duren voordat alle gewenste woningen in handen van de gemeente zouden komen en dat in de tussentijd het gebied zou verloederen door gedeeltelijke leegstand vanwege het vertrek van bewoners. Ook de herhuisvesting zou problemen opleveren, want waren woningen van hetzelfde prijsniveau wel voorradig? Men pleitte voor een procesmatige aanpak waarbij de bestaande stedenbouwkundige structuur behouden zou blijven.

Met het bezoek van Jan Schaefer, staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op 19 juli 1975 leken de partijen aanvankelijk naar elkaar toe te groeien. De bewoners hoopten weliswaar dat de staatsecretaris hun kant zou kiezen, maar hij presenteerde zich vooral als vredesstichter. Er waren fouten gemaakt, vond ook hij, maar overleg en luisteren naar elkaar waren belangrijk. Niet hij, maar de gemeenteraad moest over de toekomst van het gebied beslissen. Zoals het hoort in een democratie. Het Landelijk Ombudsteam Stadsvernieuwing (LOS) werd op advies van Schaefer door het Actiecomité ingeschakeld en de gemeente gaf aan mee te willen werken. Maar in het Utrechts Nieuwsblad van 2 oktober 1975 verklaarde het LOS dat de gemeente nauwelijks bereid was tot overleg.

En zo sudderde de zaak nog enige tijd voort. Uiteindelijk bleek dat het niet haalbaar was om de gehele Nieuwstraat op te kopen en beperkte de gemeente zich met een nieuw plan tot het zuidelijke deel van de Nieuwsraat. Diverse bewoners in dit deel van de straat hadden ook duidelijk aangegeven graag een van de nieuwe woningen te willen kopen of huren. Op 22 september 1978 begon de sloop van het zuidwestelijke deel van de Nieuwstraat.

Ga hier terug naar het stemformulier

Bronnen:

  • Toegang Fotoarchief De Bilt
  • Toegang 1021, Gemeente De Bilt 1932-1987, inv.nrs. 2178-2180 en 2509-2512
  • Biltsche en Bilthovensche Courant (26 juni 1975 en 9 oktober 1975).