Tentoonstellingen
Koop en sloop
De vroegste buitenplaatsen waren vaak verbouwde hofsteden, gekocht als belegging door rijk geworden Amsterdamse kooplieden. Zij investeerden hun vermogen in grond of fabriekjes langs de oevers van de Vecht. Met name vanaf het einde van de 17de eeuw en in de 18de eeuw werden buitenplaatsen als zelfstandige huizen gebouwd, het zogenaamde ‘stadshuis-buiten’.
De aanschafkosten van zo’n buitenplaats waren minder hoog dan men zou denken. Een deftig huis aan de gracht kostte ruim 500.000 gulden, een buitenplaats ‘slechts’ zo’n 10 tot 20.000 gulden. Het was eerder het onderhoud dat een hoge kostenpost vormde: niet alleen aan het gebouw, maar ook aan de bewerkelijke tuin, waar vele tuinmannen de symmetrische en strak gesnoeide heggen in vorm moesten houden. Daarbij leverde een buitenplaats geen inkomsten op. Vandaar wellicht dat de meeste buitens maar één generatie in het bezit van dezelfde familie bleven. Vaak werden zij gemiddeld om de 9 jaar geveild of verkocht.
Tegen het einde van de 18de eeuw raakte de Nederlandse economie in het slop. Als gevolg daarvan kregen veel buitenplaatsen een andere bestemming, zoals fabriek of kindertehuis. Sommige buitens werden verbouwd tot boerderij. Helaas werden ook veel -ruim de helft- buitens gesloopt. De verkoop van bouwonderdelen bracht tenminste nog iets op. De vrijgekomen grond werd soms bij een grotere buitenplaats gevoegd en heringericht als één groot park – zoals bij Doornburgh. Deze webexpositie toont verschillende aspecten van het eigendom, de bouw en de sloop van de buitens en onderdelen daarvan.
Leenbrief van de Staten van Holland en West-Friesland inzake het huis Gunterstein voor Engelbert Ploos van Amstel
Van veel buitenplaatsen zijn de koop- en verkoopactes nog bewaard gebleven. Soms in een eigen huisarchief, soms in notariële of andere archieven. Van Gunterstein zijn hele bijzondere eigendomsaktes bewaard gebleven, zoals deze leenbrief van de Staten van Holland en West-Friesland voor Engelbert Ploos van Amstel uit 1659. Zes jaar eerder, in 1653, hadden Anna van Cats en haar echtgenoot jhr. Pieter van Wassenaer Gunterstein verkocht aan Agnes van Bijler, weduwe van jhr. Adriaan Ploos van Amstel. In 1659 droeg zij het huis -onder voorbehoud van vruchtgebruik- op aan haar zoon Engelbert. Bijgaande leenbrief bevestigt deze schenking.
Het betreft hier overigens niet het huidige Gunterstein, dat gebouwd werd in 1680, maar het tweede Gunterstein. Dit werd in 1518 gebouwd op de plaats van het in 1511 verwoeste 12de-eeuwse Gunterstein.
Coll. Ridderhofstad Gunterstein