Logo

‘Joden niet gewenscht’

In navolging van de maatregelen tegen Joodse mensen die in Duitsland al van kracht waren, werden ook in Nederland Joodse mensen vanaf de Duitse bezetting op 15 mei 1940 geleidelijk aan steeds meer afgesloten van de maatschappij. Vanaf 6 september mochten overheden bijvoorbeeld niet meer Joodse mensen in dienst nemen en vanaf 21 november werden alle Joodse mensen die in overheidsdienst werkten ontslagen.

Vanaf april 1941 verschenen er in Nederland op verschillende plaatsen bordjes met daarop de tekst ‘Joden niet gewenscht’. Deze borden waren in sommige gemeenten 'aangebracht aan de borden van de Duitsche weermacht.’ De Weermacht had hier echter bezwaar tegen gemaakt, vandaar dat de commissaris van de provincie Utrecht aan de burgemeesters vroeg om de ‘genoemde borden te bevestigen aan de in Uwe gemeente aanwezige borden van den A.N.W.B., dan wel aan boomen enz.’1

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2
Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 20 juni 1941.
Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 17 juli 1941.

 

De burgemeester van Abcoude, baron mr. S.P. Bentinck, gaf gehoor aan dit verzoek en haalde alle borden met de tekst ‘Joden niet gewenscht’ die ‘aan palen van de Duitsche Weermacht’ bevestigd waren weg.2 De commissaris van de provincie Utrecht wilde echter dat de borden direct terug werden geplaatst.3 Aangezien de borden met ‘Joden niet gewenscht’ niet aan borden van de Weermacht mochten worden opgehangen, benaderde burgemeester Bentinck van Abcoude de ANWB. Hij vroeg hen of het was ‘toegestaan dat groote borden, zoodanig beschilderd met ‘Joden niet gewenscht’, dat dit op een afstand van 80 meter duidelijk leesbaar is, bevestigd worden aan ter plaatste staande A.N.W.B. palen vermeldende de namen der dorpen Abcoude en Baambrugge’.4

De ANWB gaf aan dat het plaatsen borden aan hun wegwijzers of plaatsnaamborden alleen was ‘toegestaan (en dan nog bij uitzondering) wanneer de opschriften van die borden betrekking hadden op het verkeer’. De ANWB verzocht burgemeester Bentinck dan ook om de borden aan bomen of palen van de gemeente te bevestigen.5 De burgemeester deed op 30 juli 1941 per brief een verzoek aan de directeur van Rijkswaterstaat provincie Utrecht. Hij vroeg of er bij de ingangen van de dorpen Abcoude en Baambrugge ‘vier borden in den berm van de Rijksstraatweg’ daarop de tekst ‘Joden niet gewenscht’ konden worden geplaatst.6 Dit verzoek werd goedgekeurd en dus mochten de borden worden geplaatst.7

 

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2

Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 17 juli.

Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 30 juli 1941.

 

Vanaf 15 september 1941 verschenen er bij plaatsen die voor Joodse mensen verboden waren, bijvoorbeeld restaurants, bioscopen en bibliotheken, borden met daarop ‘Voor Joden verboden’.8 De borden met de tekst ‘Joden niet gewenscht’ waren intussen niet langer voldoende, het moest echt zijn ‘Voor Joden verboden’.9

  

Duitse militairen 1 Duitse militairen 2

Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 17 december 1941.

Afbeelding: RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013),
inventarisnummer 1034, brief van 23 januari 1942.

 
Bronnen:
1. RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, (1826) 1941-1990 (2013), inventarisnummer 1034, brief van 20 juni 1941.
2. RHCVV, 1011 Gemeente Abcoude, inventarisnummer 1034, brief van 17 juli 1941.
3. Ibidem, brief van 14 juli.
4. Ibidem, brief van 17 juli aan de ANWB.
5. Ibidem, brief van 25 juli 1941 van de ANWB.
6. Ibidem, brief van 30 juli 1941.
7. Ibidem, brief van 19 augustus 1941.
8. Ibidem, brief van 17 december 1941.
9. Ibidem, brief van 23 januari 1942.
 
« Terug naar het overzicht    « Duitse militairen    Koninklijk verzet »